Efficiëntie versus weerbaarheid

Bij ons op de hoek zit een kleine buurtsupermarkt. De prijzen zijn er hoog, het aanbod schraal, het personeel lichtgeraakt. Als er weer eens een toerist met een creditcard probeert te betalen, kun je de kassière in plat Amsterdams horen foeteren: ‘Hoe vaak heb ik nou al niet gezegd dat we die dingen hier niet accepteren?!’ De toerist, gisteren vers ingevlogen, is hiervan uiteraard niet op de hoogte.

Deze winkel overleeft voornamelijk dankzij de onwetende toeristen, de rokers en de buurtbewoners die te slecht ter been zijn om een stukje verderop hun boodschappen te doen. Daarnaast bedient hij mensen die nog snel eieren of een pakje boter moeten halen. Dat de winkel verder weinig op een normale supermarkt lijkt, bleek tijdens de Grote WC-Papiercrisis van 2020: terwijl nergens meer wc-papier te krijgen was, bleef het aanbod bij de buurtsuper constant. Nog steeds even duur en van minderwaardige kwaliteit, maar toch: ze hadden het wel gewoon.

Aan dit voorbeeld moest ik denken toen ik Regenesis: Feeding the World Without Devouring the Planet van George Monbiot las. Dit boek schetst een zorgwekkend beeld van de manier waarop wij onze huidige voedselketen hebben ingericht. Steeds meer van de schaarse grond is nodig om de miljarden inwoners van de planeet te blijven voeden, waarbij de wereldwijd groeiende voorkeur voor vlees versterkend werkt.

Daarnaast uit Monbiot zijn zorgen over de kwaliteit van de grond, die zwaar lijdt onder overtollig gebruik van kunstmest. Overigens is hij zich er terdege van bewust dat een meer ecologisch verantwoorde methode van produceren ook niet werkt: daar heb je alleen maar meer grond voor nodig.

Een van de andere centrale risico’s die hij schetst in zijn boek, is dat ons voedselsysteem steeds minder robuust is geworden. We zijn steeds afhankelijker geworden van een beperkt aantal gewassen, terwijl de genetische diversiteit tegelijkertijd is teruggelopen.

Spanningsveld

Hier kom je terecht in een spanningsveld dat we steeds vaker zien terugkomen: de afweging tussen efficiëntie en standaardisatie aan de ene kant en de kracht en weerbaarheid van het (economische) systeem aan de andere. Denk bijvoorbeeld aan onze afhankelijkheid van Taiwan als chipproducent van de wereld, het eenzijdige karakter van onze landbouwproductie of central clearing in financiële markten.

Efficiënt, zeker, maar het hele systeem rust daarmee steeds zwaarder op steeds minder steunpilaren. Valt zo’n pilaar om, dan zijn er onvoldoende alternatieven om de klap op te vangen. Meer diversiteit in productieketens of consumptiepatronen lijkt daarmee wenselijk, zo niet noodzakelijk.

Mij zal je dus niet horen klagen over mijn klantonvriendelijke, inefficiënte buurtsuper, die mij keurig door de wc-papiercrisis heen heeft geholpen. Sterker nog, ik ga er eens lekker een duur pak melk kopen. En het toch nog even proberen met mijn creditcard.

(Origineel gepubliceerd in het FD van 01 maart 2023)

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s