De quote was afkomstig van Mark Carney, de voormalige governor van de Bank of England. In een uitgebreid interview in de Financial Times maakte hij een paar maanden geleden de volgende opmerking: ‘In 2016, Britain’s economy was 90 per cent the size of Germany’s. Now it is less than 70 per cent.’ Brexit heeft na zes jaar niet de voorspoed gebracht die het Britse volk beloofd is, zo viel tussen de regels te lezen. Ik las het met een mengeling van ha! (‘dat zal ze leren’) en oh … (‘die arme Britten’) en legde het vervolgens naast me neer.
Maar Carney’s opmerking bleef sudderen en knagen. Van 90% naar 70% in slechts zes jaar tijd? Kon dat? Omgekeerd zou dat betekenen dat de omvang van de Duitse ten opzichte van de Britse economie van 111% naar 143% is opgelopen. Dit klinkt wel heel erg als een Chinees groeiwonder en niet als twee buurlanden die toch min of meer in hetzelfde schuitje zitten, qua vergrijzing, covid en energiecrisis. Met wat rekenen op een bierviltje kwam ik tot de conclusie dat de Duitse economie jaarlijks 4,3% harder gegroeid moest zijn dan de Britse om een dergelijk gat te kunnen slaan. Dat klonk wat onwaarschijnlijk, dus besloot ik me er eens in te verdiepen.
Het BBP komt in veel soorten en maten
Nu zou je misschien denken dat dit feit makkelijk te checken is: je zoekt de omvang van de economie in beide landen in 2016 op, vergelijkt die met de getallen van 2021 en klaar ben je. Helaas blijkt het niet zo makkelijk te gaan, want over welke bbp-cijfers hebben we het eigenlijk? Nominaal? Reëel? Reëel per hoofd van de bevolking? Reëel per hoofd van de bevolking gecorrigeerd voor koopkracht? En in welke munt doe je dat vervolgens, want die Britten hebben om de een of andere vage reden de euro nooit ingevoerd.
En daar gaat het mis, want die munt, die doet er eigenlijk niet toe. Zo is de Japanse yen vanaf 2021 met 25% in waarde gedaald ten opzichte van de dollar. Teruggerekend naar dollars is de Japanse economie daarmee een kwart van haar waarde kwijtgeraakt, maar dat betekent uiteraard niet dat zij qua groei met 25% is achtergebleven. In Amerikaanse dollars, ja, in yen, nee. Wil je een eerlijke vergelijking maken, dan moet je de groei van beide landen in hun eigen munteenheid nemen.
Doe je dat voor het VK, dan verandert het beeld aanzienlijk. De cumulatieve reële groei van het Verenigd Koninkrijk vanaf Q1 2016 tot Q3 2022 bedraagt 6,6%, die van Duitsland 6,3%. Overigens zegt deze vergelijking wederom weinig over de vermeende toegevoegde waarde dan wel kaalslag die de brexit betekend heeft. Het zegt daarentegen wel iets over de kwaliteit van Carney als macro-econoom.
(Origineel gepubliceerd in het FD van 14 december 2022)