De slotbel van de Amerikaanse aandelenmarkt was nog niet uitgeluid of de beursverslagen velden uniform hun oordeel. Forbes: ‘Aandelen sluiten het slechtste eerste halfjaar sinds 1970 af.’ Barron’s: ‘De S&P 500 beleeft slechtste halfjaar sinds 1970.’ CNBC: ‘Dit was het slechtste eerste halfjaar voor de markt in vijftig jaar.’ En zo kan ik nog wel even doorgaan.
De S&P 500 verloor in de eerste helft van dit jaar 20,6%, slechts een haar verwijderd van de -21,0% die in 1970 op de borden stond. Alleen 1962 (-23,5%) en 1932 (-45,4%) kenden een slechtere start, maar er zullen weinig beleggers zijn die zich dat nog kunnen herinneren.
De slechtste markt sinds mensenheugenis dus? Als je puur afgaat op de koppen is het je vergeven als je tot die conclusie komt, maar de meeste beleggers weten wel beter. Wat bijvoorbeeld te denken van het eerste kwartaal van 2020, toen de S&P 500 in slechts vier weken tijd 30% verloor? Of 2009, toen er op 9 maart 25% verlies op de borden stond? En wat te denken van 1974, 1988, 2001, 2002 en 2009, toen de S&P 500 aanmerkelijk meer verloor gedurende een periode van zes maanden dan in 2022?
Hiermee wil ik niet zeggen dat die koppen onjuist zijn: rekenkundig is er geen speld tussen te krijgen dat we het zwakste eerste halfjaar sinds 1970 achter de rug hebben. Als je je aan een kalenderindeling houdt, tenminste. Maar sinds wanneer houdt de beurs of de economie zich aan kalenderjaren? Als je erover nadenkt is het best willekeurig om 1 januari als ijkpunt voor het begin van het beursjaar te hanteren. Iedereen zal je vertellen dat dat aan het koersverloop van de S&P 500 niets verandert, maar toch ontstaat er een heel ander beeld van de beursgeschiedenis als je het kalenderjaar een ander startpunt geeft.
De wereld is geen spat veranderd, maar…
Zo is het verschil tussen het beste (+45% in 1954) en het slechtste beleggingsjaar (-47% in 1931) in onze huidige kalendertelling 92%. Nemen we 25 maart als eerste dag van het nieuwe jaar — tot 1750 begon in veel landen het nieuwe jaar op die dag — dan zou dat verschil oplopen tot 135%. Het kan nog extremer: was 8 juli het begin van het kalenderjaar geweest, dan was 1931 met een verlies van 70% afgesloten, gevolgd door een topjaar van 170% in 1932.
Nogmaals, aan het onderliggende koersverloop zou er niets veranderd zijn, maar over ‘het slechtste halfjaar sinds 1970’ zou niemand het meer hebben gehad. Sterker nog, als 8 juli de start van het nieuwe jaar was, hadden we nu pas zeven handelsdagen in 2022 (of 2023?) achter de rug gehad. Met een verlies van 1,8% toch al snel het ‘zwakste begin sinds 2010’…
(Origineel gepubliceerd in het FD van 20 juli 2022)