Wanneer spreken we eigenlijk van een bearmarkt in obligaties? Bij aandelen is het antwoord helder: bij een daling van meer dan 20% ten opzichte van de laatste piek is de beer officieel los. Volgens die definitie is de Chinese Shenzhen CSI 300 de enige toonaangevende beurs waar de beer momenteel los is, terwijl de Zuid-Koreaanse Kospi op het vinkentouw zit: nog 1% te gaan.
En de Nasdaq dan? Ondanks alle alarmerende berichten staat de brede Nasdaq ‘slechts’ 14% onder de piek die in november werd bereikt. Dit geringe verlies verhult echter het leed bij individuele aandelen. Bijna 73% (!) van alle aandelen in de Nasdaq heeft de bearmarktstatus inmiddels bereikt. De zwaargewichten Apple, Microsoft en Google, met een gezamenlijk gewicht van 25% in de Nasdaq, hebben de schade voor de brede index weten te beperken.
Wat is een bear market in obligaties?
Maar ik dwaal af. Is er een standaarddefinitie van een bearmarkt voor obligaties? Het antwoord is nee. Deels komt dat doordat obligatiemarkten veel meer versnipperd zijn dan aandelenmarkten. Zo kan iedereen zien wat een aandeel Apple vandaag waard is, maar dé waarde van bijvoorbeeld Nederlandse staatobligaties bestaat niet. Elke obligatie heeft haar eigen coupon en looptijd en daarmee ook een eigen waardering. Welke obligatie moet je in dat geval hanteren om vast te stellen hoeveel de markt gedaald is? Daar is overigens nog wel een mouw aan te passen door naar een samengestelde obligatie-index te kijken. Naar de Bloomberg Barclays US Treasury Total Return Unhedged USD Index bijvoorbeeld, lokaal ook wel bekend als de dinges-index.
De tweede verklaring waarom een duidelijke definitie van een bearmarkt ontbreekt, is dat veel obligatiebeleggers zich niet eens bewust zijn van de dagelijkse uitschieters op de markt. Obligaties staan voor hen gelijk aan een soort langetermijnbankrekening. Je stalt je geld bij de overheid of een bedrijf in de veronderstelling dat je de volledige inleg over een x-aantal jaar terugkrijgt. Dat die inleg tussentijds iets in waarde fluctueert, boeit verder niet.
En daar komt de derde oorzaak om de hoek kijken: juist doordat je weet dat je aan het einde van de looptijd je geld terugkrijgt, zijn de waardeschommelingen van obligaties beperkt. Een daling van 20% of meer komt daardoor zelden voor.
Dat neemt niet weg dat nu ook in obligaties harde klappen vallen. Wie op de piek in juni 2016 in de Duitse staatsobligatiemarkt was gestapt (de Bloomberg Barclays Euro-Aggregate Treasury Germany Total Return Unhedged EUR Index), kijkt nu al aan tegen een verlies van 15% in reële termen. Een bearmarkt mag je het officieel niet noemen, een bloedbad echter wel.
(Origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 16 februari 2022)