Toen in 2013 het nieuws naar buiten kwam dat Bulgaren fraudeerden met Nederlandse uitkeringen, was de verontwaardiging niet van de lucht. De regels waren te laks, de ambtenaren te goedgelovig en er werd op grote schaal gesjoemeld. Het roer ging om. Van ‘onschuldig tot het tegendeel bewezen was’, sloegen we door naar ‘in geval van twijfel schuldig’.
Het duurde jaren voordat duidelijk werd dat door dit beleid tienduizenden mensen gedupeerd zouden worden, in wat de toeslagenaffaire is gaan heten. De regels werden te star uitgevoerd, de ambtenaren waren te streng. Het roer ging weer om. Alle gedupeerden konden een vaste compensatie claimen, schulden werden kwijtgescholden of door de belastingdienst overgenomen.
De kosten voor de staat worden inmiddels op €5 mrd geraamd. Ter vergelijking: met die frauderende Bulgaren was indertijd ongeveer €4 mln gemoeid.
Eén ding weet je hierbij overigens zeker: het zal niet lang duren of de berichten over frauderende nep-benadeelden zullen de kop opsteken. In de haast de schade te compenseren zijn we inmiddels — bewust overigens — te laks en is er geen ambtenaar meer die de behoefte voelt om aan de bel te trekken. Geef het wat tijd, wacht op wat schreeuwerige koppen op Facebook en het roer gaat zo weer om.
History repeats…
Dit proces zien we met grote regelmaat en is eigenlijk van alle tijden. Een heersende mening leidt tot een bepaald beleid of een trend, waarbij we vervolgens te ver naar één kant doorschieten. Het wachten is dan op een incident of een nieuw inzicht die een tegenbeweging in gang zet. Het roer gaat om, het beleid wordt aangepast en de pendule slaat vervolgens (te ver) door naar de andere kant. Tot… u raadt het denk ik al.
Een voorbeeld van zo’n pendule is de kijk op overheidstekorten en staatsschulden. Was de heersende mening in de nasleep van de vorige crisis nog dat overheden zo snel mogelijk hun financiën weer op orde moesten krijgen, nu sta je te boek als gekke henkie als je de begrotingsnorm van -3% nog in de mond durft te nemen. Over de schuldquote van 60% heeft eigenlijk niemand het meer.
In het verlengde hiervan is ook de mening over de rol van de overheid in het economische proces radicaal omgeslagen. Kon de overheid een jaar of vijf geleden de economie maar beter aan het bedrijfsleven overlaten, inmiddels is de roep om ingrijpen en het financieren van Grote Groene Projecten de norm. Te riskant voor individuele bedrijven, zo luidt het oordeel, daar heb je de overheid voor nodig.
Zou kunnen. Vreemd genoeg bekruipt bij mij echter het gevoel dat de pendule weer eens te ver aan het doorslaan is. Ik ben dan ook erg benieuwd hoe men daar over tien jaar tegen aan kijkt.
(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 08 december 2021)