Ophef onder bloggende economen vorige week, over het lage consumentenvertrouwen in de VS. Volgens de laatste cijfers van de University of Michigan was het consumentenvertrouwen in november gedaald naar 66,8, het laagste niveau in tien jaar.
Even ter herinnering, tien jaar geleden zaten we nog diep in het verwerkingsproces van de Great Financial Crisis. De financiële sector lag in de lappenmand, huishoudens gingen gebukt onder een zware hypotheeklast en de S&P 500 stond nog onder de piek van 2007. Tot overmaat van ramp wilde het met de groei van de Amerikaanse economie niet vlotten (+1,6%), wat tot gevolg had dat de werkloosheid hoog was (8,8%) en maar zeer traag daalde. Over de eurocrisis heb ik het dan nog niet eens gehad.
Hoe anders is het nu. De aandelen- en huizenmarkt breken record na record, de consument heeft de afgelopen twintig maanden stevig gespaard en de groeivooruitzichten zijn gunstig. De werkloosheid staat op slechts 4,6%, een percentage dat nauwelijks recht doet aan de krapte die je op dit moment op de arbeidsmarkt ziet. Wie een baan wil tegen een hoger salaris heeft nog nooit zoveel keuze gehad. Hoe is het dan mogelijk dat de consument nu even somber is als tien jaar geleden?
Inflatie ‘voelt’ zwaarder dan werkloosheid
Onder de bloggende economen werd de schuldige al snel gevonden: inflatie. Niets zo dodelijk als inflatie die je portemonnee leegrooft, je spaargeld aantast en de koopkracht van je nieuwe salaris uitholt. Maar wat willen we nou liever, vroeg één van de bloggers zich wanhopig af. Nog een keer zo’n dodelijk langzaam herstel waarbij het jaren duurt voordat de werkloosheid terug is op het niveau van voor de crisis? Of dan toch liever de huidige aanpak, waarbij de overheid de economie sterk ondersteunt, met hoge groei en lage werkloosheid als resultaat? Dat je in dat laatste scenario ook wat inflatie op de koop toe krijgt, zou toch eigenlijk absoluut niet mogen opwegen tegen de veel gunstigere groeivooruitzichten? Fair punt.
Ik heb eigenlijk twee opmerkingen. De eerste is dat inflatie wellicht veel zwaarder ‘voelt’ dan werkloosheid, omdat inflatie iets is dat iedereen ervaart. Zelfs met een werkloosheid van maar liefst 10% heeft 90% van de bevolking nog steeds een baan. Dit zal in een willekeurige steekproef dan ook minder sterk terugkomen. Inflatie daarentegen raakt iedereen, waardoor het niet verwonderlijk is dat dit zwaarder in het vertrouwen meeweegt.
Mijn tweede punt is echter dat we misschien niet al te stellige conclusies moeten verbinden aan dit ene cijfertje. Voor de VS zijn er meerdere maatstaven van consumentenvertrouwen in omloop, waarbij het cijfer van de University of Michigan momenteel de negatieve uitzondering vormt. Die van de Conference Board staat bijvoorbeeld op 113,8, ongeveer het piekniveau vlak voor het uitbreken van de crisis van 2007.
(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 24 november 2021)