Amerikaanse dominantie

Ik denk dat niemand verbaasd zal zijn als ik zeg dat de VS al jaren superieure rendementen op de aandelenmarkt leveren. Wie in januari 2008 al zijn geld in de Amerikaanse aandelenmarkt had belegd, behaalde een gemiddeld jaarlijks rendement van 11,0%, terwijl dat in Europa (exclusief VK) slechts 5,2% was. Voor de fijnproevers: ik kijk hier naar de total return-rendementen van de MSCI in lokale valuta.

De outperformance is bovendien niet alleen indrukwekkend, maar vooral ook ongelooflijk stabiel geweest. Actief beleid in de regionale verdeling had over die periode waarschijnlijk alleen maar verliezen opgeleverd. Alleen in de periode van november 2014 tot april 2015 wist de Europese beurs het tijdelijk beter te doen, om de behaalde winst al snel weer in te leveren.

De vraag is of dit patroon houdbaar is. Amerikanen zullen waarschijnlijk zeggen van wel. Die kijken naar de sectorsamenstelling van de verschillende indices, zien dat er in Europa geen Tesla’s, Amazons of Googles zijn en concluderen dat de groeivooruitzichten daarmee beperkt zijn. Hoewel dit zeker een valide argument is, kan het de omvang van de outperformance maar deels verklaren. Het rendement van 11,0% in Amerikaanse aandelen lijkt in elk geval op gespannen voet te staan met de jaarlijkse nominale groei van 3,3% die de Amerikaanse economie in die periode heeft laten zien.

Een andere manier om hetzelfde punt te maken is te kijken naar de opmars van het gewicht van de VS in de MSCI All Country-index. Waar het Amerikaanse gewicht aan het begin van 2008 net iets meer dan 40% bedroeg, is dat opgelopen naar bijna 60% nu. Kijken we echter naar het gewicht van de Amerikaanse economie in de wereldeconomie, dan zien we dat dit rond de 25% fluctueert. Een regio die een kwart van de wereldproductie genereert en toch goed is voor 60% van de marktkapitalisatie van de aandelenindex: is dat houdbaar?

Houdbaar?

Als ik deze vraag zo stel, krijgt u wellicht het gevoel dat het antwoord wel ‘nee’ moet zijn, maar voordat we die conclusie trekken is het verstandig om een stap terug te zetten. De grootte van een economie is uiteraard iets heel anders dan de waardering van een aandelenmarkt. Het bbp is een outputmaatstaf, de optelsom van hoeveel goederen en diensten er in een specifiek land per jaar worden geproduceerd.

De waarde van aandelen daarentegen is een weergave van alle verwachte toekomstige cashflows naar het heden verdisconteerd. Groei en omzet spelen daarbij ook zeker een rol, maar winstmarges en verwachtingen zijn minstens zo belangrijk.

Of deze situatie houdbaar is, hangt uiteindelijk ervan af of de Amerikanen de verwachtingen kunnen waarmaken. Dat die verwachtingen met de jaren steeds hoger zijn komen te liggen, zegt wel wat over de toegenomen risico’s.

Lees het volled(Origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 18 augustus 2021)

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s