Correcte correcties

De Amerikaanse aandelenmarkt heeft sinds oktober vorig jaar geen correctie laten zien van 5% of meer en dat is iets waar we ons zorgen over moeten maken. Dat is in elk geval de strekking van een aantal artikelen die ik de afgelopen weken langs heb zien komen van onder andere Reuters, Forbes en The Wall Street Journal. Hoewel de getallen die gebruikt worden verschillen, is de boodschap ongeveer hetzelfde.

De S&P 500 heeft nu al 260 kalenderdagen geen 5%-correctie gekend, waar die sinds 1945 gemiddeld ‘eens in de 178 kalenderdagen’ plaatsvond. Voor de volledigheid: dat getal van 178 komt van ene Sam Stovall, die in het artikel van Reuters wordt opgevoerd. De boodschap is duidelijk: we leven al bijna honderd dagen in blessuretijd, dus brace for impact!

Om eerst maar met het slechte nieuws te beginnen: correcties van 5% of meer komen in de praktijk veel vaker voor dan de genoemde 178 kalenderdagen. Als je na elke 5%-correctie de teller op nul zet, hebben we sinds 1945 maar liefst 357 van zulke correcties gehad. Dat is ongeveer eens in de 78 kalenderdagen, gemiddeld 4,6 keer per jaar.

Dat ik op een veel hogere frequentie uitkom dan Stovall, komt doordat ik een 30%-correctie niet meetel als één correctie, maar die zie als een serie van 5%-correcties achter elkaar. Gaan we uit van mijn 78 dagen, dan zitten we dus al bijna tweehonderd kalenderdagen in blessuretijd.

Zegt niets…

Dat klinkt eng, maar zegt in feite niets. Wat blijkt namelijk? Beurscorrecties zijn niet regelmatig over de tijd verspreid, maar vinden in clusters plaats. Periodes van hoge volatiliteit en regelmatige correcties worden afgewisseld door periodes waarin er vrij lang niets spannends gebeurt.

Zo waren er in 2008 maar liefst vierentwintig 5%-correcties, terwijl er in 2017 geen enkele plaatsvond. Met 260 kalenderdagen op de klok zijn we zelfs nog niet in de top twintig beland van langstlopende rustperiodes sinds 1945. De langst aaneengesloten periode zonder 5%-correctie was van december 1957 tot september 1959, toen de S&P 500 630 dagen niet struikelde.

Maar moeten we ons dan geen zorgen maken dat een periode van rust de opmaat vormt voor een nieuw cluster aan volatiliteit? Ook dat blijkt niet het geval. Neem ik de top twintig van langstlopende rustperiodes sinds 1945 en kijk ik hoeveel 5%-correcties er in het jaar volgend op het einde van een periode van rust plaatsvonden, dan kom ik op een gemiddelde van 4,1 uit. Minder dan het langdurige gemiddelde van 4,6.

Al met al zijn er vast goede redenen om bezorgd te zijn over de houdbaarheid van de huidige rally, maar het uitblijven van een correctie hoort wat mij betreft niet in dat rijtje thuis.

(Origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 21 juli 2021)

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s