Een spelshow durf ik het nog niet noemen, maar het is het in elk geval wel de vraag die de laatste tijd vaak gesteld wordt in economenland: failliet, of niet? Ik hoor het in podcasts, het is een centraal thema in het politieke debat, het IMF denkt er over na en zelfs Duitse economen hebben er een mening over.
De vraag is simpel: moet je alle bedrijven door de covidcrisis loodsen? Houden we luchtvaartmaatschappijen in leven, de zieltogende detailhandelaar in een stervende winkelstraat, de overvloed aan kroegen en koffietentjes in steden die volledig op massatoerisme zijn gericht?
De weg van de minste weerstand is in elk geval alle voorgaande vragen met ja te beantwoorden. Niet alleen is het een sympathiek advies, maar bovendien valt er ook best wat voor te zeggen. Als we nu onnodig mensen ontslaan verergeren we de economische schade, terwijl het denkbaar is dat we over een jaar weer gewoon de draad kunnen oppakken. De Telegraaf koos de afgelopen weken die invalshoek door te stellen dat het ‘nieuwe normaal’ wellicht misleidend is: wie weet is dat nieuwe normaal wel gewoon hetzelfde als het oude normaal?
Wie weet?
Wie weet? Nou, niemand dus, en dat is waar die discussie over gaat. Is het massatoerisme dood, werken we in de toekomst alleen nog maar thuis en bestellen we alles verder online? Dan is de miljardensteun aan de luchtvaart, de winkelstraat en de horeca gericht op massatoerisme te vergelijken met de zinloze pogingen in de vorige eeuw de textiel- of de mijnindustrie in Nederland te houden. Weggegooid geld. Maar wat als het nieuwe normaal nu eens 50% van het oude normaal is? U begrijpt de discussie.
Het advies om alles in de lucht te houden levert veel brownie–punten op, maar in de praktijk zijn er miljarden mee gemoeid. Normaal gesproken wordt daar dan de term ‘van onze belastingcenten’ achteraan geplakt, maar dat lijkt momenteel nauwelijks meer te gebeuren. Met het wegvallen van de staatsschuldnorm van 60% lijkt het hele begrip schuld in de discussie te zijn vervaagd. Of in elk geval, tot het moment dat een deel van die bedrijven alsnog failliet gaat, want dan is het huis prompt toch weer te klein.
Als overheid kun je het eigenlijk niet goed doen. Óf je bent te vrijgevig en financiert kansloze ondernemingen, óf je knijpt de economie af terwijl je beter voor de overbrugging kunt gaan. Zelfs in het gunstigste geval waarbij je overbrugt en de wereld terugkeert naar normaal is de staatsschuld behoorlijk opgelopen. Veel downside , geen upside . Wellicht zou de overheid in plaats van directe steun of leningen moeten kiezen voor een model van financiering via co-eigenaarschap of aandelen? Op die manier is er ook wat upside naast al die downside.
(gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 21 oktober 2020)