De komst van inflatie is de afgelopen jaren al heel vaak voorspeld en ook nu zie je de prognoses weer opduiken. Vooral ten tijde van de vorige crisis waren er vele gerenommeerde economen —ook van Nederlandse bodem — die het doembeeld van (hyper)inflatie uit de kast trokken.
Sterk stijgende overheidstekorten die ook nog eens gefinancierd werden doordat centrale banken een niet onaanzienlijk deel van de nieuwe schuld opkochten, dat móest wel tot inflatie gaan leiden. Ruim tien jaar later is er van de gevreesde geldontwaarding nog geen spoor te bekennen.
Dat neemt niet weg dat er momenteel best een verhaal te houden valt dat inflatie in de toekomst wel degelijk terugkeert. Hierbij is het in de eerste plaats belangrijk te bedenken dat inflatie een zichzelf versterkend proces is. Stijgt de inflatie onverwacht, dan zullen vakbonden ter compensatie hogere looneisen stellen, waarmee een verdere stijging van inflatie waarschijnlijker wordt.
“Er is een aantal kandidaten voor het activeren can inflatie die bij de vorige crisis nog ontbraken”
Dit proces wordt traditioneel doorbroken doordat de centrale banken met renteverhogingen de economie trachten af te koelen. Wie echter vorige week zijn oor te luister legde bij de Federal Reserve, zal het zijn opgevallen dat Powell zich niet meer zo druk lijkt te maken over inflatie die ‘tijdelijk’ boven de doelstelling uitkomt. Kortom, áls er inflatie komt, dan valt niet uit te sluiten dat het zichzelf versterkende proces deze keer langer zal aanhouden, met hogere inflatie tot gevolg.
Maar waar moet die inflatie dan vandaan komen?
Daarmee heb ik nog geen antwoord gegeven op de vraag waar die onverwachte inflatie — die dit hele proces in gang zou moet zetten — vandaan moet komen. Ik zie een aantal potentiële kandidaten, die tijdens de vorige crisis ontbraken.
Zo zien we momenteel de trend tot deglobalisering, het opwerpen van barrières en het afsluiten van concurrerende markten. Had globalisering een prijsdrukkend effect, kun je ervan uitgaan dat deglobalisering het omgekeerde gevolg heeft.
Daarnaast zien we de politieke roep om bepaalde productieprocessen weer terug te halen binnen de eigen landsgrenzen. Er valt zeker wat voor te zeggen om bijvoorbeeld mondkapjes of medicijnen wat dichter bij huis te fabriceren, maar dat zal tevens een prijsopdrijvend effect hebben.
Verder zien we dat de covid-19-crisis tot een verdere toename van de marktmacht van de grote technologiebedrijven heeft geleid. Met concentratie ligt eveneens het risico op een verhoogde winstmarge ten koste van lage prijzen op de loer.
Losstaand zullen bovenstaande elementen niet in staat zijn de inflatie te laten stijgen, maar gecombineerd wel. Overigens betekent dat niet dat we op korte termijn met sterk oplopende inflatie rekening moeten houden. De wereldwijde vraaguitval als gevolg van de covid-19-crisis speelt in de eerste instantie nog duidelijk de dominante rol.
(Origineel gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 5 augustus 2020)