Dat kan niet goed gaan

Op mijn eerste post-lockdown verjaardagsfeestje — niet meer dan acht mensen, open ramen, meters afstand — raakte ik vorige week in gesprek met een oudere dame. Uiteraard ging het gesprek over de coronacrisis, maar toen ze er op een goed moment achterkwam dat ik een econoom was, keek ze me hoofdschuddend aan.

‘Ik snap niets van economie’, zei ze, ‘maar dit kan zo toch niet goed gaan?’ Met ‘dit’ had ze het specifiek over de sterk oplopende overheidstekorten en de manier waarop die momenteel gefinancierd worden: ‘via de geldpers’, zo verduidelijkte ze me.

Hans Hoogervorst

Ik moest gelijk denken aan het interview dat Hans Hoogervorst een maand geleden in de Volkskrant had gegeven. In dat interview deelde de oud VVD-politicus een hele waslijst aan zorgen, variërend van de eurozone (Zuid versus Noord), economen (Teulings en Buiter kregen de wind van voren), de almaar stijgende schuldberg in de wereld, maar vooral het huidige beleid van monetaire financiering.

Overheden die zich diep in de nieuwe schulden steken, maar die eigenlijk door kwantitatieve verruiming gewoon door de centrale banken worden gefinancierd. Een geldpers mag je het nog net niet noemen — dat deed Hoogervorst dan ook niet — maar het verschil is subtiel. En de quote van Hoogervorst waar ik aan moest denken: “…terwijl de normale burger donders goed weet: dit kan niet goed gaan.’ Stond ik hier zowaar oog in oog met een normale burger!

Niet alleen onder burgers, maar ook onder beleggers bestaat er zorg over de houdbaarheid van de huidige aanpak. Standaard worden hierbij de voorbeelden van Duitsland (jaren dertig), Zimbabwe en Venezuela genoemd om aan te geven dat het inderdaad altijd kommer en kwel is. In al die gevallen financierde de overheid de tekorten door meer geld in omloop te brengen. Op de korte termijn werkte het, maar op de lange termijn kwam er te veel geld in omloop, met desastreuze gevolgen voor de waarde (inflatie) en het vertrouwen in dat geld.

Niets moet

Ik kan me best een scenario voorstellen waarin dat ook nu weer gaat gebeuren, maar móet het echt fout gaan? Mwah. Wat in deze analyse ontbreekt is het voorbeeld waarbij er eigenlijk helemaal niets is gebeurd: Japan.

De Japanse overheid heeft een staatsschuld van rond de 250% van het bbp, waarvan inmiddels ongeveer de helft op de balans van de Bank of Japan prijkt. Inflatie? Ze snakken ernaar, daar in Japan. Is er sprake van inflatie op financiële markten dan? De Japanse aandelenmarkt loopt al jaren achter bij de internationale beurzen.

Overigens hoor je mij niet zeggen dat we daarmee geen enkel probleem hebben, verre van. Maar dat de huidige ingeslagen weg wel fout móet gaan, is een te simpele voorstelling van zaken. Moet? Niets moet.

Origineel gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 17 juni 2020)

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s