Op 26 maart kregen we de eerste indicatie van hoe groot de economische kosten van het coronavirus worden. Op die dag werd bekendgemaakt dat maar liefst 3,3 miljoen Amerikanen in slechts één week tijd een werkloosheidsuitkering hadden aangevraagd, waarmee alle voorgaande crisisrecords werden verpulverd.
Lang bleef dat record overigens niet staan, want de week daarop vroegen nog eens 6,9 miljoen Amerikanen een nieuwe uitkering aan, gevolgd door 6,6 miljoen in week drie. In slechts drie weken kwam de teller daarmee op 17 miljoen nieuwe uitkeringen uit, op een beroepsbevolking van 160 miljoen. You do the math.
En de Amerikaanse aandelenmarkt? Die steeg sinds die bewuste 26 maart met ruim 12%. Scherpste groeivertraging ooit, aandelen omhoog: de verbazing (en verontwaardiging) was alom terug te vinden in de analyses en beursverslagen.
Hoe kan die beurs nou toch omhoog gaan?
De simpele verklaring? Financiële markten kijken niet naar het hier en nu, maar zijn voornamelijk geïnteresseerd in de toekomst. De markt wikt, weegt en verdisconteert, zo wil het verhaal. Dat klassieke patroon zie je duidelijk als je naar het koersverloop van de Amerikaanse beurs gedurende voorgaande recessies in de VS kijkt. Gemiddeld vier maanden voor het officiële einde van de recessie herstelt de aandelenmarkt zich en kiest het de richting omhoog. De macrocijfers zijn dan nog bedroevend, bedrijven hangen nog veelal in de touwen, maar de beurs ruikt het herstel al. Vier maanden vanaf nu is het begin augustus en met een beetje goede wil zien we dan de werkloosheid wel al weer teruglopen.
Dan hebben we de meer theoretische onderbouwing. De waarde van een aandeel, of een aandelenmarkt hangt in principe af van alle toekomstige cashflows (of dividenden) verdisconteerd naar het heden. Het woord verdisconteren is hierbij cruciaal. Door de lage kapitaalmarktrente weegt een cashflow in de verre toekomst tegenwoordig veel zwaarder mee dan vroeger het geval was. Die twee bloedrode kwartalen die we eerst voor onze kiezen krijgen doen zeker pijn, maar het grootste deel van de waarde van een bedrijf of een aandeel wordt bepaald door die verre toekomst.
En dan hebben we de echte verklaring. Dooddoener eerste klas, ik geef het gelijk toe, maar de markt is omhooggegaan omdat er de afgelopen weken meer vraag dan aanbod was. Zeker als de markten ‘dun’ zijn met weinig liquiditeit, heb je niet zo heel veel nodig om de beurs in korte tijd fors in beweging te zetten. Waar die vraag vandaan kwam? Tja. Pensioenfondsen die herbalanceren, koopjesjagers, hedgefondsen, Warren Buffett: ik kan best wat potentiële kandidaten noemen.
Resteert alleen nog de vraag waarom die partijen juist nu aandelen willen kopen. Goede vraag. Voor het antwoord is het misschien een goed idee om bovenstaande column gewoon nog een keer te lezen.
(origineel gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 15 april 2020)