Rendementsheffing

Welk rendement kunnen we eigenlijk verwachten als we beleggen? Doorgaans wagen alleen beleggingsexperts zich aan de beantwoording van deze vraag, maar wie de krant er heden ten dage bij pakt, komt al snel tot de conclusie dat het onderwerp actueler is dan ooit. Zo berichtte het FD gisteren dat grondeigenaren in de knel komen als de overheid per 2022 met een denkbeeldig rendement van 5,33% gaat rekenen. Ook voor minder vermogenden is het inmiddels een belangrijk onderwerp geworden, waarbij veertig ‘prominenten’ een balletje opgooiden om de rekenrente voor pensioenverplichtingen te verhogen met het gerealiseerde rendement, om zo kortingen in 2020 te voorkomen.

‘Doen alsof de daling van de kapitaalmarktrente een losstaand gebeuren is, (…) komt op mij niet zo heel erg realistisch over’

Rendementsvraag hangt samen met de lage kapitaalmarktrente

Het interessante is dat de rendementsvraag in beide gevallen een direct gevolg is van de ontwikkeling op de (kapitaalmarkt)rente. Bij de overheid erkent men eindelijk dat sparen geen rendement oplevert en dus niet meer belast zou mogen worden. De wegvallende belastinginkomsten worden prompt gecompenseerd door de ‘beleggers’ de volledige rekening te laten betalen. Niet het gerealiseerde, maar een fictief rendement staat hierbij centraal.

Bij de pensioenfondsen is het de structurele daling van de kapitaalmarktrente die tot een hernieuwde roep om wijziging van de rekenrente heeft geleid. Juist voor pensioenbedrijven zou je een toekomstig rendement als input verwachten, maar juist hier stellen de ‘prominenten’ voor om met gerealiseerde rendementen te werken.

Maar die werkt twee kanten op

Mijn belangrijkste punt is echter dat men wél ziet dat de (kapitaalmarkt)rente een probleem veroorzaakt, maar dat men vervolgens doet alsof die lage rente geen gevolgen zal hebben voor rendementen elders. De overheid doet dat door een rendement van 5,33% uit de hoge hoed te toveren, terwijl het voorstel van de ‘prominenten’ leunt op de goede rendementen van de afgelopen tien jaar.

Hoe realistisch dat is, kun je je uiteraard afvragen. Zo heeft de search for yield ertoe geleid dat de waardering van de meeste andere beleggingscategorieën omhoog is gegaan, met lagere toekomstige rendementen als bijvangst. Daarnaast zie je de weerslag van de lage (kapitaalmarkt)rente terug in de opkomst van de zogenoemde zombiebedrijven, bedrijven waar de winst lager is dan de rentelasten. Dit raakt de toekomstige rendementen op de aandelenmarkten. Veel winstgroei laten deze bedrijven doorgaans niet zien, dus of ze in de toekomst een jaarlijks rendement van 5% of meer zullen weten te behalen, is sterk de vraag.

Doen alsof de daling van de kapitaalmarktrente een losstaand gebeuren is, zonder daarbij de consequenties voor de bredere economie en aandelenmarkten mee te nemen, komt op mij niet zo heel erg realistisch over. Ik zeg maar één ding: rendementen uit het verleden bieden geen garanties voor de toekomst. Al helemaal niet met een kapitaalmarktrente die op nul staat.

(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 16 oktober 2019)

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s