Wat te denken van die negatieve kapitaalmarktrente? Als je het mij vraagt staat de kapitaalmarktrente in feite met twee voeten in twee verschillende werelden. Die ene voet staat in de reële economie, waarbij het de variabele rente is die ervoor zorgt dat de economie sneller of langzamer draait. Een lagere rente maakt financiering van bepaalde projecten mogelijk, geeft de overheid de mogelijkheid om meer te lenen. Een hogere rente remt de boel juist af. Dit is de wereld van de economische evenwichtsvergelijking, waarbij investeringen (I) per definitie gelijk moeten zijn aan besparingen (S).
‘Verlos kapitaalmarktrente van verstorende werking financieringsoverschot’
De andere voet staat stevig in de internationale kapitaalmarkten waarbij de rente hét ankerpunt is waar alle financiële markten op steunen. Hier draait het om de oliedollars, de Chinese en Japanse opgespaarde potten met geld, het vermogen van Nederlandse pensioenfondsen, National Wealth Funds en inmiddels zelfs ook de centrale banken behoorlijke portefeuilles beheren. Gegeven dat de kapitaalmarktrente de benchmark is voor de rest van de financiële markten is dit de plek waar het lot van -zeg- de Deense hypotheekrente grotendeels wordt bepaald. Niet in Denemarken.
Dit is de wereld zoals we die we heden ten dage zien, de wereld van gigantische spaaroverschotten gecombineerd met aanhoudend tegenvallende investeringsniveaus. Geen I=S, dus.
Vloeken in de kerk
Nou weet ik dat dit bij veel macro-economen als vloeken in de kerk wordt gezien, dus laten we de S geen besparingen, maar financiering noemen. (Alle andere mensen mogen het trouwens gewoon besparingen noemen, want dat is een prima woord verder.) Dit is een groeiende poel van bespa… eh, financiering die we over de afgelopen decennia hebben opgebouwd en deels ook uit de hoge hoed hebben getoverd door de balansen van centrale banken op te pompen.
Die ene kapitaalmarktrente bedient beide markten. Dat was geen probleem toen die poel met vermogen nog klein was als percentage van de reële economie, maar inmiddels is het vermogen dominant geworden. Het probleem hierbij is dat de prijsgevoeligheid van de financieringsmarkt beperkt is. Zeker, al die beleggers geven de voorkeur aan een positieve vergoeding, maar als de kapitaalmarktrente door de nul zakt, schrikt dit slechts weinig vragers af. Er zijn geen ‘risicovrije’ alternatieven.
De negatieve kapitaalmarktrente op haar beurt heeft wel degelijk een impact op de reële economie: het houdt zombiebedrijven in leven, en is daarmee (mede) de oorzaak van lage productiviteit en tegenvallende groei. Verlaging van die kapitaalmarktrente in slechte tijden lost in dat geval vrijwel niets op.
De oplossing? Verlos de kapitaalmarktrente van de verstorende werking van het financieringsoverschot. Laat centrale banken risicovrije schuldtitels uitgeven om het overschot aan liquiditeit als het ware af te romen, waarmee de verstorende werking van het financieringsoverschot kan worden geneutraliseerd.
(Origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 21 augustus 2019)