De wereldeconomie balanceert op het scherp van de snede en er is niet veel nodig om in een recessie te belanden, aldus The Economist in een artikel dat twee weken geleden gepubliceerd werd. In dat artikel gaven ze ruiterlijk toe dat ze ook in 2015 en 2018 al gewaarschuwd hadden voor een naderende recessie, maar dat was ook eigenlijk de onderliggende boodschap: de structurele volatiliteit van de wereldeconomie.
De verwachting omtrent het Amerikaanse monetaire beleid voor 2019 gold hierbij als illustratie. November vorig jaar werd er nog volop gespeculeerd of we in 2019 twee dan wel drie renteverhogingen zouden gaan zien, inmiddels is de markt aan het twijfelen of het twee tot drie renteverlagingen gaan worden. Van het ene extreme naar het andere.
Waarschuwingen alom
Dat beeld van volatiliteit en onzekerheid zie ik ook steeds vaker terugkomen als we het hebben over de valutamarkten. De directe aanleiding was – hoe kan het ook anders – een tweet van Trump gericht aan Draghi, waarin de President Draghi er min of meer van beschuldigde het monetaire beleid te gebruiken om zo de euro te verzwakken. Sinds die tijd zie ik steeds meer waarschuwingen voor een komende valutaoorlog, in het verlengde van de oplopende spanningen op handelsgebied. Volatiliteit, onzekerheid, onrust.
Nou kan een beetje spanning geen kwaad, maar wie naar de onderliggende data kijkt, zal echter al snel tot de conclusie komen dat de fantasie een loopje heeft genomen met de werkelijkheid. Neem de Amerikaanse BBP-cijfers. Normaal schommelen die behoorlijk, maar bij de kwartaalcijfers ligt deze volatiliteit (de standaarddeviatie) gemeten over vijf jaar momenteel op het laagste punt ooit. Op jaarbasis zijn we er vlakbij. Een onwaarschijnlijke prestatie voor een economie die kennelijk al vanaf 2015 op het scherp van de snede balanceert.
Kleinste bandbreedte ooit
Ook in de valutamarkt is volatiliteit zo goed als dood. De ‘euro-dollar’ bewoog het afgelopen kwartaal in een bandbreedte van slechts drie cent, met gemak de kleinste bandbreedte sinds de introductie van de euro. Het vorige record – vier cent – werd in het eerste kwartaal van dit jaar bereikt.
Hoe verklaren we deze mismatch? Deels zal het liggen aan het feit dat gerealiseerde volatiliteit gebaseerd is op het verleden, waar de voorspelde recessie en valutaoorlogen een verwachting weergeven.
Deels geloof ik dat er echter sprake is van een perceptieprobleem. Omdat de gemiddelde groei van de wereldeconomie de afgelopen tien jaar lager is komen te liggen, ligt de nulgroei -en daarmee de onrust- altijd binnen handbereik. Zelfs als de uitslagen minder zijn, wordt het gevoel van onzekerheid en volatiliteit ten onrechte gevoed. Zo af en toe eens naar de onderliggende data kijken kan daarom helpen.
(Origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 17 juli 2019)