December 2017. Na elf maanden in het Witte huis had Trump nog weinig voortgang geboekt op de vele verkiezingsbeloften die hij achter zijn naam had staan. Ondanks de Republikeinse meerderheid in het Huis van Afgevaardigden en de Senaat, was Obamacare niet ontmanteld en lag er nog steeds geen concreet plan een muur te bouwen.
Trump was naarstig op zoek naar een succes en zette daarbij al zijn pijlen op een verstrekkende hervorming van het belastingsysteem. De Tax Cuts and Jobs Act was volgens velen een belastingverlaging voor het bedrijfsleven en de rijken, maar werd door Trump gepresenteerd als ‘een enorme verlichting voor de middenklasse’. Op 22 december ondertekende hij uiteindelijk de wet, waarmee het ‘geweldige kerstcadeau’ voor de middenklasse een feit was.
Interessant
Sommige economen zagen het als een interessant experiment, waarbij de vraag centraal stond in hoeverre het mogelijk was dat een belastingverlaging zichzelf zou terugbetalen. Trump claimde dat de belastingverlaging tot aanzienlijk (4 tot 5%) hogere BBP-groei zou zorgen, wat via hogere belastinginkomsten er toe zou leiden dat het overheidstekort niet zou oplopen. Economen hoonden hem weg. Geld teruggeven aan het bedrijfsleven dat er slechts aandelen van zou terugkopen zou niet tot een groei van 4% leiden. Kansloos.
Wij zijn nu anderhalf jaar verder en de economen hebben het gelijk vooralsnog aan hun zijde. De groei van de Amerikaanse economie versnelde inderdaad (van 2,5% in het vierde kwartaal van 2017 naar 3,2% in het eerste kwartaal van 2019), maar dat ging gepaard met een sterke verslechtering van het overheidstekort (van -3,4% als percentage van het BBP naar -4,4%).
Nou ben ik het ermee eens dat het inderdaad een interessant economisch experiment is, maar op een andere manier dan hierboven beschreven. Dat belastingverlagingen zichzelf niet terugverdienen is historisch inmiddels al vaak genoeg gebleken, daar hadden we de Tax Cuts and Jobs Act niet voor nodig.
Op volle toeren
Veel interessanter is het experiment dat Trump een stimulans aan een economie heeft toegediend die al op volle toeren draaide. In december 2017 lag de Amerikaanse werkloosheid rond de 4%, niet al te ver verwijderd van het laagste niveau van de voorgaande veertig jaar. Lonen waren gedurende de voorgaande 12 maanden met 2,7% gestegen terwijl olieprijzen ruim 15% hoger lagen dan een jaar daarvoor. Economie 1.0 zou in dit geval voorspellen dat de belastingverlaging voornamelijk tot hogere inflatie zou leiden, maar ook dat lijkt niet te zijn uitgekomen: de kerninflatie bereikte in maart van dit jaar het laagste niveau sinds oktober 2017.
Het valt niet uit te sluiten dat er sprake is van een vertragingseffect en dat de inflatie alsnog komt. Eén ding weet ik alleen wel zeker: als we onder deze omstandigheden géén inflatie krijgen, dan valt moeilijk te ontkennen dat Economie 1.0 naar de prullenbak mag worden verwezen.
(origineel gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 22 mei 2019)