Doen ze het, of doen ze het niet? Dat is in het kort de vraag waar beleggers in Chinese aandelen zich deze weken voor gesteld zien. ‘Ze’, dat zijn in dit geval de Chinese autoriteiten. En ‘het’, dat is de Chinese aandelenmarkt redden. Chinese aandelen zijn dit jaar al meer dan 25% gedaald en uit alles blijkt dat de pijngrens voor de autoriteiten inmiddels wel bereikt is.
Het klinkt wellicht als een no brainer. Uiteráárd doen ze het, toch? In 2015, toen de Chinese aandelenmarkt in een paar maanden tijd rond de 50% inleverde, trokken de autoriteiten toch ook alle registers open om de beurs te stutten? Short-selling werd aan banden gelegd, liquiditeit werd in de markt gepompt en uiteindelijk werd de handel in 1300 aandelen stilgelegd, om zo een verdere daling te voorkomen.
Dat de brede Shanghai en Shenzhen indices inmiddels onder de niveaus van 2015 zijn beland kan toch moeilijk anders worden opgevat dan dat het ‘plunge protection team’ weer groots zal worden ingezet? Een bijkomend argument is dat beursgenoteerde bedrijven eigen aandelen als onderpand hebben gebruikt om financiering aan te boren. Hiermee ligt een zichzelf versterkend proces op de loer: door de erosie van de waarde van het onderpand worden de leningen steeds vaker opgeëist, wat de koersen alleen maar verder onder druk zet.
Toch lijkt het verhaal voor een grootscheepse reddingspoging momenteel minder sterk dan je zou denken. Het beleid is de afgelopen jaren gericht geweest op het internationaal meer openstellen van de Chinese financiële markten, wat er onder andere toe geleid heeft dat de MSCI een eerste stap heeft gezet met het ophogen van Chinese aandelen in de Emerging Market index.
Charme-offensief is de weg van de minste weerstand
Of die internationale beleggers en de MSCI zo blij zullen zijn als de handel in grote delen van de Chinese markt wordt stilgelegd, kun je je sterk afvragen. Ook het stimuleren van de markt door het verschaffen van liquiditeit is iets wat haaks staat op het huidige beleid van deleveraging en schuldreductie. Beperkte maatregelen, prima, maar een herhaling van 2015?
Wel of niet? Het is duidelijk dat de Chinese autoriteiten vooralsnog voor de weg van de minste weerstand hebben gekozen en het op een charmeoffensief voor aandelen hebben gegooid. Zo wist de voorzitter van de Chinese centrale bank Yi Gang te melden dat de huidige Chinese economie ‘er wat fundamentals betreft goed voor staat’, kwam vice-premier Liu He met de opmerking dat de Chinese beurs de ‘de beste investeringswaarde in de wereld’ vertegenwoordigde en stelde banktoezichthouder Guo Shuqing dat ‘de markt niet in overeenstemming is met de fundamentals van de Chinese economie’.
Welkom China, denk ik dan. Welkom in de wereld waarbij aandelen niet altijd de onderliggende fundamentals volgen.
(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 24 oktober 2018)