De belangrijkste ontwikkeling op financiële markten vorige week was de stijging van de Amerikaanse kapitaalmarktrente. Op woensdag brak die rente zonder al te veel moeite door de 3,12%, om de week af te sluiten op 3,23%, het hoogste niveau in meer dan zeven jaar. Namen de aandelenmarkten de stijging op woensdag nog luchtig op, vanaf donderdag overheerste de conclusie dat dit toch eigenlijk wel slecht nieuws was voor aandelen, met lagere slotkoersen tot gevolg.
Uiteraard wil iedereen dan weten hoeveel hoger die kapitaalmarktrente nog kan gaan. Vraag het de gemiddelde technisch analist en die zal vrij stellig zijn: the only way is up. De weerstand is gesneuveld, het nieuwe koersdoel is 3,5% en daarna 4,0%. Vraag je het aan de gemiddelde (Nederlandse) pensioenbelegger en die zal hoofdschuddend zeggen dat het keerpunt in de obligatiemarkt al vele malen is voorspeld en even zo vaak niet is uitgekomen. Inflatie? Is er nauwelijks. Centrale banken? Nog steeds de grote netto koper van staatsobligaties. Wereldwijde spaaroverschot? Nog volop aanwezig. Waarom zou die kapitaalmarktrente dan eigenlijk veel verder omhoog moeten?
Amerikaanse kapitaalmarktrente: omhoog of niet?
Hoewel deze argumenten opgaan voor Europa, zijn ze voor de VS momenteel veel minder relevant: de Fed bouwt haar obligatieportefeuille al gestaag af, de inflatie staat al boven de 2% en door de hoge valutahedgekosten is Amerika momenteel te duur voor veel internationale eindbeleggers.
Interessant is dat als je Amerikaanse (obligatie)beleggers vraagt waarom die kapitaalmarktrente niet al op 4% staat, je vaak te horen krijgt dat dat te danken is aan het opkoopbeleid van de Bank of Japan en de ECB. Niet dat deze centrale banken actief zijn op de Amerikaanse kapitaalmarkt, maar volgens de Amerikanen gaat er wel degelijk een zuigende werking uit van lage rentes die je elders ziet. Als dat inderdaad het geval is, zal het stopzetten van het opkoopprogramma van de ECB weleens de volgende tik naar boven kunnen gaan betekenen.
Toch is er een valide argument om te zeggen dat het met een al te grote stijging van de kapitaalmarktrente wel mee zal vallen. De aanhoudende opmars van aandelen roept bij veel beleggers de vraag op hoe lang dat nog goed kan gaan. De angst voor een correctie groeit en wat is de klassieke bescherming in dat geval? Juist: obligaties. Waar de zogeheten opportunity costs (alternatieve kosten) in Europa van een dergelijke hedge nog erg hoog zijn – een kapitaalmarktrente van 0,5% steekt toch wat schraal af tegen een dividendrendement van 3,7% – zijn die in de VS inmiddels een stuk aantrekkelijker. Daar krijg je al 3,2% rendement op je veilige hedge. Nou ja, veilig: zoals ik vorige week in de dinges index uitlegde, valt daar ook weer een kanttekening bij te plaatsen.
(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 10 oktober 2018)