Wie van een beetje reuring en drama houdt, kon de afgelopen weken zijn hart meer dan ophalen bij de Britse politieke ontwikkelingen. Tien dagen geleden leek Theresa May er eindelijk in geslaagd een gemeenschappelijk regeringsstandpunt over de brexit te presenteren, vijf dagen later was ze twee ministers en wat vicevoorzitters armer. De opstappers bleken zich met enige vertraging toch niet te kunnen verenigen met de gekozen softe brexitvariant. Boris Johnson stelde dramatisch dat het Verenigd Koninkrijk hard op weg was een kolonie van de Europese Unie te worden.
Goed nieuws…?
Op papier zou je verwachten dat het opstappen van de harde brexiteers goed nieuws is. De interne strijd binnen de Britse regering is hiermee geslecht. Na twee jaar van interne strijd kan eindelijk serieus worden gestart met de onderhandelingen met de EU. Dat er geen luid gejuich opsteeg uit de diverse hoofdsteden van de EU-landen, geeft echter aan dat iedereen zich bewust is dat het opstappen van de harde brexiteers zeker niet betekent dat daarmee het verzet is gebroken. Vanaf de zijlijn en vanuit het parlement zullen de tegenstemmers alleen maar luider hun stem laten horen, waarbij ze ‘no deal is better than a bad deal’ waarschijnlijk als uitgangspunt zullen hanteren. Daarbij valt een aanval op de verzwakte positie van May zeker niet uit te sluiten. Een eventueel vertrek van May staat op gespannen voet met de deadline van slechts negen maanden tot het officiële moment van de brexit. Al met al is de kans op een ‘no deal-uitkomst’ de afgelopen weken alleen maar groter geworden.
‘Meer dure kantoren en nog hogere huizenprijzen in Amsterdam. Of we daar nu echt blij van worden…’
Toeval of niet, afgelopen week publiceerde de OECD een korte studie over de mogelijke gevolgen van een ‘no deal-uitkomst’ voor de Nederlandse export-sector. Gegeven de nauwe banden tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk, wordt Nederland steevast genoemd als land dat relatief veel te verliezen heeft en dat komt goed uit die analyse naar voren. Export van landbouwproducten naar het VK zal volgens de OECD op de middellange termijn met 22% dalen, wat tot een daling van 2,5% van de totale Nederlandse landbouw-export zal leiden. Ook de elektronica-export (-18% export naar het VK, -3% totale Nederlandse export) en grondstoffen (-19% en -1.4% respectievelijk) lopen volgens de OECD flinke klappen op.
Hoewel de negatieve effecten overheersen, zijn er volgens de studie ook wel wat pluspunten te noemen, waarbij vooral de financiële sector wordt genoemd. Dat strookt met het recente nieuws dat Amsterdam zich als de favoriete vestigingsplaats voor Britse flitshandelaren en beurzen ontpopt.
Meer dure kantoren en nog hogere huizenprijzen in Amsterdam, terwijl de agrarische gebieden juist een extra klap te verduren krijgen. Al met al zal een ‘no deal-uitkomst’ een verdere kloof binnen Nederland tot gevolg hebben. Of we daar nu echt blij van worden, vraag ik me sterk af.
Origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 16 juli 2018.