Winter is (not) coming

Ligt het aan mij, of signaleren steeds meer artikelen het einde van de huidige Amerikaanse expansiefase? Ik lees dat de Verenigde Staten al bijna negen jaar onafgebroken groei op de klok hebben, oplopende schulden bij het bedrijfsleven, gestaag oplopende wanbetalingen op creditcards en een rentemarkt die waarschuwingssignalen afgeeft (vlakke yieldcurve!). De overtuiging lijkt te groeien dat we in de laatste fase van deze conjunctuurcyclus zijn beland. We zitten in de herfst, het aftellen naar een snoeiharde winter is begonnen. Vanaf nu gaat het bergafwaarts, lijkt de boodschap.

Het zal wat. Om te beginnen lijkt een economische expansie bar weinig op een seizoenpatroon, of op menselijke ouderdom. Die verlopen beiden voorspelbaar. Elk jaar na de zomer veranderen de bladeren van kleur en trekt de natuur langzaam in zichzelf. Mensen die ouder worden verliezen allen gestaag aan kracht. Een conjunctuurgolf verloopt anders. Daar wordt het einde ingeluid door overmoed en overoptimisme, niet door een gestage verzwakking van het momentum. Expansies eindigen doorgaans met een knal, niet met een sisser. Dat we tussen nu en twee jaar in een recessie belanden kan best kloppen, maar dat betekent waarschijnlijk niet dat het vanaf nu economisch alleen maar minder wordt. Juist niet, zou ik zeggen.

‘Een conjunctuurgolf eindigt vaak met een knal, niet door een gestage verzwakking van het momentum’

Toch overheerst dat ‘het-beste-ligt-achter-ons-gevoel’. In de onlangs gepubliceerde Financial Stability Review van de Europese Centrale Bank lees ik: ‘…in the late stage of the expansion, asset price increases tend to slow down.’ Gevoelsmatig lijkt dat logisch en als je de berekening van de ECB voor de Amerikaanse aandelenmarkt repliceert, klopt het gemiddeld ook voor de periode 1960-2008. Toch valt er best iets op deze conclusie af te dingen. De analyse is gebaseerd op slechts zeven conjunctuurgolven, waarbij de gemiddelde uitkomst in hoge mate bepaald wordt door de zeer korte en atypische expansies van 1970-1973 en 1980-1981 — met een geannualiseerd rendementsverschil van meer dan 20%. Opvallend is ook dat het verband tijdens de laatste twee expansies juist niet opging: de tweede helft van de expansiefase leverde in 1991-2001 en 2001-2007 juist betere resultaten op. Dat laatste is niet zo verwonderlijk wanneer je bedenkt dat financiële onevenwichtigheden (bubbels) een leidende rol speelden in het beëindigen van deze twee conjunctuurcycli.

Mensen vinden het aangenaam om een conjunctuurgolf voor te stellen als een keurige sinusgolf, inclusief voorspelbare ontwikkelingen op de financiële markten. Wie denkt dat de conjunctuurgolf een sinusgolf is, moet voor de grap eens naar de Japanse economie kijken. Knappe jongen die daar een mooie golf weet te vinden. Ook in de VS is de conjunctuur grillig en onvoorspelbaar. Dat financiële markten elke keer weer hun eigen plan trekken mag dan ook niet als een verrassing komen.

 

(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 28 mei 2018)

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s