Tikkie terug, Jaap

En daar was hij dan eindelijk, de correctie in aandelenmarkten. Lang verwacht, vaak voorspeld en –vooral nu hij heeft plaatsgevonden – een absolute no-brainer, zo lees ik. Uiteráárd kon die rally niet doorgaan, iedereen kon toch zeker zien dat de Amerikaanse aandelen te duur waren, dat de belastingplannen van Trump inflatie en schuldgroei zouden aanwakkeren en dat de beurs onder het gewicht van de stijgende rente zou bezwijken? Dat al deze argumenten twee maanden geleden ook al van kracht waren en toen niet tot een correctie leidden, daar hoor je gek genoeg niemand over. Met de kennis van nu is het best wel gemakkelijk, dat beleggen, zo blijkt maar weer eens.

Met zo’n inleiding kun je het vermoeden krijgen dat ik deze correctie niet heb zien aankomen. Die conclusie is echter niet terecht. In december schreef ik op deze plek nog dat ik een correctie op aandelenmarkten zou verwelkomen, terwijl we bij Robeco het gewicht van aandelen in onze beleggingsportefeuilles in januari stapsgewijs hebben teruggebracht. Mij hoor je dus niet klagen.

Maar goed: de S&P500 zakte maandag pijnlijk door zijn hoeven en sloot 4,1% lager. Wat moeten we nu? De ervaring leert dat sterke correcties doorgaans een periode van hogere volatiliteit en minder gunstige koersontwikkeling inluiden. Kijken we naar de 50 grootste eendaagse verliezen sinds 1945, dan zie je dat de beurs een maand na die eerste klap gemiddeld genomen nog wat verder terrein heeft prijsgegeven. Die tweede zware mindag op donderdag (-3,8%) past wat dat betreft keurig in het beeld. Lang houdt die pijn overigens niet aan. Na zes maanden is de eerste mindag doorgaans wel weer weggewerkt en na 12 maanden stond de beurs in 80% van de gevallen zelfs boven het niveau waarop de klap werd uitgedeeld. De gemiddelde jaarwinst als u op de dag na de correctie was ingestapt? 14,5%!

Koopmomentje?

Koopmomentje dus? Da’s misschien wat kort door de bocht. Zo is een 5% daling in de 2008-2009 correctie is uiteraard een heel ander ding dan een 4,1% correctie die volgt op een onafgebroken rally. Beperk je je tot die gevallen waarin de beurs in de zes maanden voor de correctie een relatief rustig verloop liet zien, dan was het rendement na de correctie in de twaalf maanden na de correctie gemiddeld 6,3% . Kortom, een donderslag bij heldere hemel lijkt dus minder gunstig dan een correctie in een markt die al de nodige volatiliteit vertoonde.

Leuke cijfers, maar je hebt er verder weinig aan: resultaten uit het verleden bieden geen garanties voor de toekomst. Het lot van de beurs wordt uiteindelijk bepaald door de stand van de economie en daar lijkt (nog) niets mis mee. Dat we nu een tikje terug doen is denk ik eerder gezond dan zorgwekkend.

(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 12 februari 2018)

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s