De afgelopen weken was het weer een feest voor de central bank watchers van de wereld, want in een week tijd kwamen zowel de ECB, de Federal Reserve en de Bank of England bijeen om te vergaderen over het te voeren beleid. Het leverde weliswaar geen verassingen op, maar dat mocht de pret niet drukken: het analistenvolk had weer iets te analyseren. Ook ik deed weer braaf mee.
Lezend door de persberichten en luisterend naar de persbijeenkomsten overviel me op een goed moment het gevoel dat ik naar een uitzending van ‘Wie van de Drie’ zat te kijken. Krakkemikkig kaal decor, witte tafel, felle spotlights, drie glaasjes water en drie lieden die hun best moesten doen om de panelleden te overtuigen dat zij de enige echte centrale bankier waren. Ze maakten het ’t panel knap lastig.
Zo wist de eerste bankier – een kleine vrouw, grijs bloempotkapsel – te melden dat ze de rente net had verhoogd en dat er nog meerdere renteverhogingen in het vat zaten. Maar die daling van de consumptie en die onverwachte daling van de inflatie dan, maakte ze zich daar dan geen zorgen over, wilde het panel weten. De dame haalde haar schouders op en voegde er mompelend aan toe dat ze binnenkort ook haar obligatieportefeuille ging afbouwen. Zó goed ging het zelfs.
Ook de tweede bankier, die vooral opviel vanwege zijn mediterrane accent en zijn zelfingenomen grijns, koos de strategie van verwarring. Volgend jaar zou de inflatie wederom dalen, maar, zo verzekerde hij, het risico op deflatie was desondanks teruggelopen. Het leverde gefronste gezichten op bij het panel. Om zijn argument kracht bij te zetten besloot hij vervolgens wat centrale-bankier-taal in de strijd te werpen: ‘tail risks have disappeared’ waren zijn letterlijke woorden. Of hij eigenlijk wel wist wat een tail risk was, wilde één van de nuchtere panelleden weten. Dat die per definitie nooit verdwijnen. De grijns verwaterde tot een grimas.
Dan de derde, een wat James Bond-achtig type. Anders dan de vorige twee was hij de enige centrale bankier die te maken had met sterk oplopende inflatie, meldde hij. Bedroeg de inflatie vorig jaar nog 0,3% inmiddels was het opgelopen tot 2,9%, zei hij bezorgd. Of hij de rente dus verhoogd had, wilde het panel weten. Nee, hij had niets gedaan, helemaal niets. Het panel bleef verward achter.
Wie van de drie?
Zo tegenstrijdig als ik het hier nu schets, valt het in de praktijk overigens wel mee. Alle drie de bankiers geloven in iets. Yellen gelooft dat het met de groei wel goed komt. Draghi gelooft dat werkloosheid nog te hoog, waardoor hoge groei zich nog niet in inflatie vertaalt. Carney gelooft dat de afzwakking van de economie een groter probleem is dan de oplopende inflatie. De hamvraag is echter, wie gelooft u? Wie van de drie?
(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 19 juni 2017)