Om te zeggen dat het dé overheersende thema’s in de financiële markten zijn geweest is overdreven. De markten waren de afgelopen maand grotendeels richtingloos, dus van enige overheersing kan überhaupt geen sprake zijn geweest. Maar als ik af ga op de recente research rapporten, zijn er twee zaken die investeerders momenteel bezighouden. De eerste is -verrassend- Trump, waarbij de vraag centraal staat wat de bredere gevolgen van het Trumpcare debacle zullen zijn. Als de Republikeinse partij niet eens in staat is om het gehate Obamacare te ontmantelen, hoe moet dat dan met de rest van de ambitieuze agenda van Trump?
Het tweede thema, dat met name de laatste weken is opgedoken, is de sterke divergentie tussen hard data en soft data. Om te voorkomen dat mensen denken dat soft data wellicht een economische variant van fake news is: dat is niet het geval. Als we het over soft data hebben, gaat het over sentimentsreeksen en vertrouwensindicatoren, als we het over hard data hebben kijken we naar banengroei, gerapporteerde autoverkopen en de omzet in de industrie. Zoals ik hier vorige maand al aangaf zie je momenteel een sterke discrepantie tussen de groeiramingen gebaseerd op softe data (heel positief) en de meer betrouwbaar geachte harde data (weinig reden tot enthousiasme). De vraag is: welke van de twee klopt?
Softe data is onbetrouwbaar?
Er zijn twee redenen waarom de softe data minder betrouwbaar zou zijn. De eerste kun je samenvatten onder het kopje ‘talk is cheap’. Dat consumenten en producenten zelf aangeven dat ze optimistischer zijn over de toekomst, hoeft nog niet te beteken dat ze er ook naar handelen. Hoewel dat tot op zekere hoogte klopt, neemt dat niet weg dat de link tussen sentiment en economie in het verleden best sterk was. Met name het producentenvertrouwen staat te boek als een betrouwbare voorlopende indicator voor investeringen en groei. Wellicht dat onzekerheid over het Trump-beleid voor wat ruis zorgt, maar dat argument zal voor Europese data niet gelden. Ook hier is het producentenvertrouwen hoog.
Het tweede argument is dat softe data steeds minder accuraat is geworden. Steeds minder mensen en bedrijven nemen de moeite om mee te doen aan enquêtes, wat de betrouwbaarheid van de uitslag niet ten goede komt. Soft data is volgens deze interpretatie wellicht toch een milde variant van fake news. Het probleem van deze interpretatie is echter dat dit niet alleen voor de softe data van toepassing is. Ook veel van de harde data wordt op basis van enquêtes samengesteld, waarmee het dus een algemeen probleem is.
Persoonlijk ben ik niet zo heel erg pessimistisch, overigens. Volgens mij is het onderliggende sentiment wel degelijk verbeterd en gaan we dat, met enige vertraging, uiteindelijk ook terug zien in de harde cijfers.
(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 10 april 2017)
(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 10 april 2017)