Risico, “mag het een beetje meer zijn?”

In mijn dagelijkse zoektocht naar interessante nieuwtjes over economie en financiële markten, kwam ik laatst een simpele grafiek tegen die rendement op een aardige manier koppelde aan risico. De grafiek liet (vanuit Amerikaans perspectief) zien hoe, in 1995, 2005 en in 2015, een beleggingsportefeuille moe(s)t worden ingericht om een gemiddeld jaarlijks rendement van 7,5% te behalen. Hierbij werd er bij de samenstelling van de portefeuille getracht het verwachte risico bewust zo laag mogelijk te houden. Let wel, het ging hierbij om een portefeuille gebaseerd op verwachte langetermijnrendementen.

In 1995 was die 7,5% nog kinderspel: de Amerikaanse kapitaalmarktrente lag dat jaar gemiddeld op 6,6%, dus met de toevoeging van wat bedrijfsobligaties was dat makkelijk tot 7,5% op te krikken. 100% obligaties dus. Tien jaar later, toen de gemiddelde kapitaalmarktrente tot 4,3% was teruggelopen, moest het gewicht van obligaties al worden teruggebracht tot 50%, terwijl de andere 50% uit (internationale) aandelen en vastgoed bestond. In 2015 zou je al 88% in die laatste categorieën hebben moeten beleggen, waarbij de allocatie naar obligaties naar 12% was teruggezakt. De kapitaalmarktrente lag vorig jaar gemiddeld op 2,1%.

1 in de 3 jaar een negatief rendement
Hoewel deze grafieken op zich interessant zijn, vermoed ik dat niemand echt verbaasd zal zijn door het geschetste beeld. Als de kapitaalmarktrente daalt, moet je voor je rendement ergens anders aankloppen: duh. Wat ik echter sterk vind aan de grafiek, is dat er naast de samenstelling ook wordt weergegeven hoe volatiel de drie portefeuilles naar verwachting zouden zijn. De verschillende beleggingen leveren namelijk niet alleen rendement op, maar kennen daarnaast ook een zekere mate van volatiliteit. Gemiddeld genomen kom je met de portefeuilles op 7,5% uit, maar dat de portefeuille van 2015 veel volatieler is, mag duidelijk zijn. In de grafiek werd deze volatiliteit weergegeven door middel van standaarddeviaties, maar de Nederlandse vertaling spreekt waarschijnlijk wat beter tot de verbeelding. Zo zou je met de portefeuille van 1995 naar schatting eens in de negen jaar met een rendement van 0% of minder uitkomen, in de portefeuille van 2015 is dat inmiddels opgelopen tot eens in de drie jaar…

Uiteraard gaat het hier slechts om getallenvoorbeelden op basis van gemaakte veronderstellingen en onzekere verwachtingen. Je kunt er aardig wat kanttekening bij plaatsen. Hoe realistisch is het bijvoorbeeld nog dat je een rendement van 7,5% wil behalen? Zijn er überhaupt nog beleggingscategorieën die een rendement van 7,5% kunnen behalen in een wereld van lage groei, zonder inflatie? Neemt niet weg dat de grafiek pijnlijk duidelijk maakt dat je voor rendement heden ten dage heel wat meer risico moet nemen dan vroeger gebruikelijk was. Dat deze hogere risico’s ook de onderliggende economische processen gaan beïnvloeden, lijkt me een nogal voor de hand liggende conclusie.

(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 11 juli 2016)

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s