Waar had u aan het einde van vorig jaar het beste uw geld in kunnen beleggen? Terugblikkend op de eerste helft van 2016 is het verrassende antwoord: grondstoffen. Wie eind december in de GSCI grondstoffenindex had belegd, had daarmee een rendement van ongeveer 10% behaald. Goud was hierbij de koploper (24% hoger), maar zelfs met een belegging in landbouw-gerelateerde grondstoffen had u een positief rendement van 3,5% behaald: een heel stuk beter dan het gemiddelde rendement dat u tot nu toe op aandelen hebt ontvangen.
Ik gebruik hierbij de term ‘verrassend’, omdat grondstoffen niet bepaald sterk uit de startblokken kwamen. Had u eind december in die grondstoffenindex belegd, dan had u na drie weken al tegen een verlies van 14% aangekeken, mede als gevolg van de 26% daling van de prijs van een vat olie. Die 10% is zeker mooi, maar je had er dus wel even voor door de zure appel heen moeten bijten.
Mijn ervaring is dat een dergelijke observatie bij verschillende personen totaal andere reacties oproept. Een deel zal concluderen dat het rendement op grondstoffen nog veel hoger had kunnen liggen, als u pas na drie weken was ingestapt. Had u dat gedaan, dan had u nu al een rendement van 28% gemaakt, maar had u in olie zelfs al meer dan 50% kunnen verdienen. Met perfecte timing is het achteraf gezien overigens altijd makkelijk goed geld verdienen, maar in de werkelijke wereld zullen weinig mensen zoveel geluk hebben gehad. Het andere deel zal zich bij het horen van dat verlies van 14% in drie weken nog eens achter de oren krabben. Rendement? Prima, een ongestoorde nachtrust is ook wat waard.
Risico en rendement
Met dat laatste punt in het achterhoofd, is het aardig om ook een maatstaf van risico bij de beoordeling van de rendementen te betrekken. Er zijn verschillende maatstaven denkbaar, maar ik kijk hier specifiek naar het maximale verlies dat je per beleggingscategorie had behaald als u de meest ongelukkige moment in een beleggingscategorie was ingestapt. Inverse perfecte timing, zeg maar.
Het is nu mogelijk een maatstaf creëren die het rendement per risicopunt weergeeft. Bekijk je de wereld op deze wijze, dan blijken grondstoffen slechts een middenmoter te zijn geweest: goed rendement, maar tegen een hoog risico. Het beste rendement/risico had u dan gekregen in een belegging in een wereldwijd mandje van bedrijfsobligaties met een hoge kredietwaardigheid: 6% rendement, met een maximaal verlies van minder dan 1%. Opmerkelijk genoeg staat een belegging in Europese staatsobligaties op de tweede plaats: ondanks de lage rente eind 2015 leverde een belegging alhier 5,7% rendement op. En de hekkensluiter? Aandelen. Hoog risico en een negatief rendement. Eén schrale troost: vorig halfjaar werd die positie nog door grondstoffen ingenomen.
(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 4 juli 2016)