Ik moet eerlijk toegeven dat ik zelf een beetje begon te vermoeden dat het om een broodjeaapverhaal ging, maar nu blijkt het dan toch echt te gaan gebeuren: op 5 juni gaat de Zwitserse bevolking naar de stembus om zich uit te spreken over het voorstel om een basisinkomen in te voeren. Dat er al in 2013 over dit referendum werd gerept en dat het vervolgens maar niet kwam, voedde mijn twijfel. Ten onrechte zoals nu blijkt: begin juni kan de bevolking beslissen of iedere volwassene elke maand 2500 Zwitserse frank op de rekening krijgt bijgeschreven. Of je werkt of niet.
Een basisinkomen wordt door voorstanders onder andere als een passende oplossing gepresenteerd voor het probleem van de voortgaande uitholling van banen door computers en robots. Om de podcast van Freakonomics van vorige week over dit onderwerp aan te halen: wat gebeurt er met de 3,5 miljoen chauffeurs in de Amerikaanse economie als de zelfrijdende auto volledig is ingevoerd? Dat klinkt op zich al imposant, maar als je de rijschoolhouders, de verzekeringsagenten, de wegenbouwers, de garages, de verkeersagenten en de eerstehulpartsen erbij optelt kon die 3,5 miljoen wel eens een voorzichtige schatting blijken. De techno-optimisten gaan ervan uit dat er wel weer nieuw werk zal ontstaan, maar wat als dat niet het geval is? Op zich is het niet erg dat saai werk door robots wordt overgenomen, maar het wegvallen van de koopkracht van al die arbeidskrachten zal voldoende zijn om de wereldeconomie in een zware recessie te duwen. Hoe dat risico op te vangen? Juist: basisinkomen.
Mooi idee, maar de kans dat het ook echt wordt ingevoerd lijkt klein. Zo stappen aanhangers van het idee doorgaans wel erg gemakkelijk over het probleem heen van de financiering, waarbij bij de tegenstanders de vrees bestaat voor verkapte nivellering. Het beeld van de werkende rijke die de rekening voor de luie uitvreter moet betalen, doemt — al dan niet terecht — op. Er hangt een beetje een geur van socialistische herverdeling omheen: dat die degelijke Zwitsers daar mee in zullen stemmen, lijkt dus niet heel waarschijnlijk.
Kansloos concept dus? Misschien toch niet helemaal. Was er namelijk niet een land dat een plan had om de komende vijf jaar een meer door consumptie gedreven economie te creëren? Een land waar de inwoners zoveel sparen omdat er onvoldoende sociaal netwerk bestaat voor als ze met pensioen gaan of ziek worden? En is dat land toevallig ook niet vies van dat socialistische luchtje dat rond dat basis- inkomen hangt? China, iemand?
Stel je voor. Consumptiedoelstelling gehaald, populariteit door het dak, redder van de wereldeconomie en ook nog eens sociale voorloper in de wereld. Wie zeurt dan nog over betaalbaarheid?
(origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 25 april 2016)