Divergentie als systeemrisico

Hoeveel staatsschuld is er sinds het begin van de crisis bijgekomen in de Europese Unie? Volgens Eurostat steeg de bruto schuld als percentage van het bbp van de EU van 77,5% in het vierde kwartaal van 2019 tot 92,9% in het eerste kwartaal van 2021. In minder dan anderhalf jaar tijd is de staatsschuld als percentage van het bbp met ruim 15 procentpunt opgelopen, de sterkste verslechtering in vredestijd.

Helemaal verwonderlijk is het dan ook niet dat een groep van ministers van financiën dit weekend hun zorgen uitte in een brief. ‘Gezonde overheidsfinanciën zijn een centrale pijler van het EU-lidmaatschap (…). Daarom moet budgettaire houdbaarheid in combinatie met hervormingen die de economische groei ondersteunen de basis blijven vormen van een gemeenschappelijk economisch en fiscaal beleidskader van de EU.’

Op zich ben ik het daar helemaal mee eens. Het stabiliteits- en groeipact vormt de basis waarop de Europese integratie is gestoeld. Dat er duidelijke regels nodig zijn om te voorkomen dat de ene helft van de landen zich op schuldreductie richt en de andere helft de teugels laat vieren, is logisch. Er zijn regels nodig om dit spel te kunnen blijven spelen, want aanhoudende divergentie leidt op den duur tot onhoudbare spanningen in het systeem.

Divergentie is een gevaar op zich

Maar hier is het punt: die divergentie en die spanningen zijn er allang. Zo werd bovenstaande brief ondertekend door de ministers van financiën van Nederland, Zweden, Denemarken en Oostenrijk (ook wel bekend als de ‘vrekkige vier’), aangevuld met die van Tsjechië, Slowakije, Finland en Letland. De schuld van deze groep landen gewogen naar het bbp steeg van 47% in het vierde kwartaal van 2019 naar 55% in 2021.

Niet alleen is dat nog keurig onder de ‘oude’ 60%-schuldnorm, maar bovendien is de verslechtering ongeveer de helft van het EU-gemiddelde. Wie de sterkste stijging van de schuld over deze periode liet zien? U raadt het denk ik al: Griekenland (met 29 procentpunt tot 209%), Spanje (met 30 procentpunt tot 125%), Italië (met 25 procentpunt tot 160%) en Portugal (met 20 procentpunt tot 137%). Hoeveel meer divergentie wilt u hebben?

Nou kijk ik hier naar de schuld als percentage van het bbp, waardoor het beeld wellicht negatief vertekend wordt door een tijdelijk(?) noemereffect. Zo staat het bbp in de zuidelijke landen nog onder druk door het wegvallen van het toerisme. Herstelt dat, dan veert het bbp weer op en kan de schuld als percentage daarvan ook weer wat dalen.

Laten we het hopen. Ik vrees echter dat we er met hoop alleen niet meer uit zullen komen. Prudent financieel beleid is prima, maar in het licht van de aanhoudende divergentie, is het wellicht tijd om eens serieus over alternatieven na te denken.

(Origineel gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 15 september 2021)

Leave a comment